Dr. A. Vannieuwenburg 31-03-2022,

Het wetenschappelijk instituut heeft voor het eerst de groep “niet-religieuzen” in Nederland in kaart gebracht.

Het Sociaal en Cultureel Planbureau heeft een lange expertise op het vlak van het onderzoeken van levensbeschouwelijke trends. In 2018 werden de resultaten van de eerste twee onderzoeken omtrent religieuze diversiteit in Nederland bekendgemaakt.

Het eerste deel onderzocht de religieuze beleving van moslims in Nederland. Het tweede deel kreeg de titel Christenen in Nederland en focuste o.a. op de kerkelijke deelname en de christelijke gelovigheid.

In het derde, zopas uitgegeven afsluitende rapport worden alternatieve spiritualiteit, zingeving en Nederlanders die aangeven niet- (traditioneel) gelovig te zijn onder de loep gelegd.

Duidelijkheid verschaffen

Er zijn meer en meer Nederlanders die zich uitdrukkelijk manifesteren als niet-gelovig (agnost, atheïst) en er is de groep die zich oriënteert op de hedendaagse spiritualiteit.

Terecht wijst het SCP ook op een methodologische lacune bij het tot heden toe gevoerde onderzoek naar levensbeschouwing en zingeving. Andersgelovigen werden meestal (lees gemakshalve) in een restcategorie ondergebracht. Verdere verfijning ontbrak. Ook de vraagstelling zelf (ééntraps; tweetraps) was (en is) voor verbetering vatbaar.

Dankzij een voor Nederland nieuw onderzoeksinstrument heeft het SCP onderzocht hoe het zit met levensbeschouwing en zingeving van deze groep.

Met dit onderzoek wordt gefocust op een correcte, verfijnde gegevensverzameling en het in kaart brengen van de basisovertuigingen van deze Nederlanders: hoe geven zij zin aan hun leven en hoe uit dit zich bij hun activiteiten, bij hun opvoedingsideeën, bij de organisaties waarbij zij zijn aangesloten. Hoe gaan zij om met een crisis in hun leven. Welke stromingen of oriëntaties kunnen er worden onderscheiden?

Atheïsten en agnosten vormen inmiddels een meerderheid onder de Nederlandse bevolking

Eerste vaststelling is dat Nederland geen “gelovig” land meer is. Atheïsten en agnosten maken nu het merendeel van de bevolking uit (werkdefinitie van het SCP: atheïsten ontkennen het bestaan van een god, agnosten denken dat de mens niet kan weten of er wel of niet een god is). Klassieke godsdienstige groeperingen zijn minderheden geworden.

Deze vaststelling is niet echt verrassend te heten. Nederland monitort immers sinds de jaren 60 van de vorige eeuw de ontwikkelingen op levensbeschouwelijk vlak. Vastgesteld wordt dat het aandeel agnosten en atheïsten verdubbelde sinds het begin van de metingen. Wel worden bepaalde trends onderscheiden: het aantal ongelovigen steeg sterk in de eerste helft van het vorige decennium, nu lijkt deze trend zich eerder te stabiliseren.

De tanende positie van de klassieke religies heeft natuurlijk een impact op de invloed die religie en religieuze groeperingen hebben. Macht en gezag (ook esteem) tanen. Het SCP benadrukt echter dat de secularisering van de samenleving positieve gevolgen had. Verwezen wordt naar de evolutie over hoe er in de Nederlandse samenleving wordt gedacht over (seksuele) diversiteit en naar de invulling van en de ontwikkeling van persoonlijke vrijheid.

Het SCP merkt hierbij op dat deze ontwikkelingen niet alleen gevolgen hebben voor individuen, maar ook voor de verhoudingen tussen verschillende groepen, en de samenleving als geheel.

Kritiek op religieuze instituten en hun aanhangers worden makkelijker geuit. Bij wijze van voorbeeld wordt verwezen naar de kritiek van de seculieren op de wijze waarop binnen bepaalde religieuze denominaties tijdens de coronapandemie en de lockdownperiodes werd gedacht over het opvolgen van de uitgevaardigde richtlijnen.  Er was, aldus het SCP, weinig begrip te horen bij seculieren voor de kerkgang van bepaalde gelovige Nederlanders.

Zingeving

Zingeving en zelfverheerlijking zijn echter een individuele zaak geworden. Het SCP betoogt dat atheïsten en agnosten niet zozeer geïnteresseerd zijn in ‘dé zin van het leven’ maart eerder op zoek gaan naar de betekenis van het eigen leven.

“Jezelf ontwikkelen, voor anderen zorgen, intense ervaringen beleven en je deel weten van een groter geheel zijn bijvoorbeeld manieren waarop zij betekenis geven aan hun leven”, aldus het SCP.

Een areligieuze cultuur

Het SCP stelt vast dat de samenleving zich duidelijk in een “areligieuze, seculiere, richting” beweegt. De deelname aan kerkelijke ceremonies daalt, de plaats van deze ceremonies in het nationale publieke leven taant en het vertrouwen in de kerken krijgt deuken.

Twee derde van de Nederlanders gelooft niet in een persoonlijke God, is ongelovig of doet aan alternatieve spiritualiteit. De grenzen tussen geloof, christelijk geloof en hedendaagse spiritualiteit zijn ook flinterdun geworden.

De in Nederland resterende bastions van traditioneel religieus geloof bieden niet langer weerstand aan de secularisatie. De orthodox-gereformeerde Bijbelgordel, gemeenten van christenmigranten en de Nederlandse moslims missen aantrekkingskracht.

Het socialisatieproces doet het niet meer. De kans is inderdaad klein dat iemand die slechts sporadisch in contact komt met bijvoorbeeld de christelijke cultuur ooit een actief kerklid worden zal: “Vergeleken met kerkelijke milieus is het socialisatiesucces van buitenkerkelijke milieus enorm.”. Religieus analfabetisme laat sporen na.

Deze trend zal zich niet keren. De onderzoeken die nu reeds enkele decennia lopen tonen aan dat er in Nederland sprake is van een ineenstorting van de christelijke geloofsleer en de beleving ervan. Religie is een hobby van een minderheid geworden.

De aanhang voor ideeën gebaseerd op spiritualiteit lijkt volgens het SCP eerder af dan toe te nemen.

Onder Nederlandse moslims is deze trend nog niet waar te nemen. Het SCP merkt wel wat afname in gelovigheid onder moslims met een Turkse achtergrond. Nederlandse moslims slagen er echter duidelijk beter in dan christenen om hun geloof aan volgende generaties door te geven:”

Ook het stijgen van het opleidingsniveau, dat onder christenen gepaard gaat met secularisatie, heeft vooralsnog geen effect.

De diversiteit in de religieuze stromingen is eveneens toegenomen. Onduidelijk is echter of de aanwezigheid van bijvoorbeeld christenen uit andere landen of andere continenten het tij kan keren. Is er een nieuw elan te merken, dan is dit elan eerder beperkt te heten en kan ervan worden uitgegaan dat de sociologische impact ervan verwaarloosbaar is.

Voormelde vaststellingen liggen in de lijn van andere onderzoeken. Begin 2015 publiceerde het dagblad Trouw de eerste resultaten van een onderzoek over “Godgeloof in Nederland” van Kieskompas en Ipsos. De titel van de bijdrage liet niets te wensen over: “Ongelovigen halen gelovigen in.”

Het resultaat van het onderzoek bracht aan het licht dat ongeveer 25 % zichzelf atheïst noemde en ongeveer 17 % in het bestaan van een god geloofde. Naast de toename van atheïsten, was opvallend dat zo’n 60 % zich tot de “ietsisten en agnosten” rekende. De onderzoekers concludeerden ook dat geloof en ongeloof niet langer gescheiden domeinen zijn, veel mensen zijn “zoekende”. Zij zitten in een tussengebied.

 

Het seculiere experiment

In een van de eerste reacties wordt onder meer verwezen naar Hans Boutellier die het in 2015 alvast had over het “seculiere experiment”: “De beroemde uitspraak ‘Als God niet bestaat, is alles geoorloofd’ bleek mee te vallen.”

De in den beginne eerder optimistische Boutellier nuanceerde twee jaar geleden zijn uitspraak en benadrukte het belang van samenhang en verbinding. En daar knelde het. Er was voor hem te weinig “verbinding” te merken: “Hooguit even als Oranje speelt of bij Wie is de Mol? “.

Het proces van de-institutionalisering raakt trouwens ook gelovigen. Gelovigen gaan zich steeds minder schikken naar de traditionele voorschriften van hun geloofsgemeenschap.

Deze zoektocht naar een nieuwe verbindende beleving is geen makkelijke opgave. Het SCP stelt echter vast dat de onderzochte groep “andersgelovigen” betekenis geeft aan het leven door zelfontwikkeling, door ervaringsbelevenis, door vrijwilligerswerk, door het aangaan van sociale verbanden of door zich in te zetten voor grotere doelen als milieu of politiek.

Betekenis wordt niet langer aangereikt vanuit religie (meaning of life), individuen moeten er zelf naar op zoek (meaning in life). Dit is echter niet vrijblijvend: dit resulteert vaak in een grotere mentale belasting.

Ontkerkelijking zal leiden tot nieuwe verhoudingen in de samenleving

Het SCP vraagt het beleid dan ook om te focussen op wederzijds begrip en aanvaarding en het bevorderen van een samenleving waar iedereen participeert: “Daarvoor is het van belang dat onder meer de overheid, scholen, maar ook werkgevers optreden tegen discriminatie of een onveilig sociaal klimaat.”.

Scholen kunnen, aldus het SCP, bij uitstek een plek zijn “waar ontmoeting plaatsvindt en de plaats zijn waar leerlingen leren omgaan met andere opvattingen en waarden dan die van henzelf.”.

En Vlaanderen

Het terugtreden van de religiositeit betekent niet dat religie geen invloed meer zou hebben op het publieke domein. Religieuze, levensbeschouwelijke en zingevingsorganisaties zijn zeer actief binnen diverse maatschappelijke geldingen. Kerken verworden tot openbare nutsbedrijven. In bepaalde gevallen gaat om een “mode de fonction” waarbij de overheid een aantal taken doorschuift. Zo wordt ook de zorgtaak in vele landen overgelaten aan/ overgenomen door private instellingen.

In Nederland maakte men met een one – shot payment zo goed als een definitief eind aan de financiële ondersteuning van de gevestigde kerken. In 1983 stopte de Nederlandse Overheid met de ondersteuning.  De tot dan toe bestaande verplichting werd afgekocht door een eenmalige uitkering van 250 miljoen gulden. Dit bedrag diende door de kerken te worden benut voor pensioenvoorzieningen ten behoeve van ambtsdragers. Nederlandse kerken krijgen dus geen rechtstreekse financiële ondersteuning maar van de staat. Zij zijn zo goed als volledig aangewezen op de bijdragen van hun leden.

Ook bij ons is het dus tijd om grondig wetenschappelijke onderzoek op te starten naar de levensbeschouwelijke aanhang. De aldus verzamelde gegevens zouden kunnen toelaten een diepgaande reflectie te organiseren met betrekking tot de positie van religies en levensbeschouwingen binnen de samenleving.

Het integrale verslag (Religie in een pluriforme Samenleving- Diversiteit en verandering in beeld. Buiten kerk en moskee) is te vinden op www.scp.nl/publicaties/publicaties/2022/03/24/buiten-kerk-en-moskee.

 

Dr. A. Vannieuwenburg 22-09-2021

Kennismaken?

Klik op de knop voor meer inlichtingen of een kennismaking!