door Willy Raats

Ik ontmoette een 23jarige vluchteling, een Afrikaan, uit Eritrea.

Hij vertelde me enthousiast dat hij een Koptische Christen is.

Als lid van een kerkkoor in Antwerpen, waar hij nu woont, is er elke zaterdag urenlang repetitie en ’s zondags vier uur misdienst, in aangepaste kledij, zoals hij me op foto’s toonde.

Ik luisterde geïnteresseerd.

Zeker ogenblik, vroeg hij me of ik geloofde in het bestaan van God.

Ik heb hem het volgende geantwoord:

“U gelooft in God, dus voor U bestaat God; ik geloof niet in God, dus voor mij bestaat God niet.”

De goegemeente verwijt mij dat ik die mens gekwetst heb in zijn geloof; dat ik respect moet tonen voor het geloof waarvoor hij oprecht uitkomt.  Ik betoon daar ook respect voor in de zin dat ik op geen enkele manier probeer hem op andere ideeën te brengen.

Maar als een religieus gelovige het recht heeft om voor zijn geloof uit te komen, dan verwacht ik voor mij hetzelfde recht te bezitten.  Atheïsme heeft evenveel bestaansrecht als gelijk welke andere geloofsovertuiging. We leven toch de facto in een multiculturele samenleving!

En vooral, atheïsme laat toe om een hoogstaand zedelijk leven te leiden zonder er een God bij te betrekken. 

Voor mij is de essentie van elke religie (er zijn er circa 2.500 verschillende op onze aarde) de ANGST VOOR DE DOOD!  Gelovige mensen kunnen/willen niet aanvaarden dat met het einde van het aardse leven de gestorven persoon volledig ophoudt te bestaan.

Gelovigen nemen zonder meer aan dat planten en dieren op het einde van hun leven volledig verdwijnen; maar niet dat zulks ook geldt voor de mens.  Wij zijn nochtans opgebouwd uit dezelfde aardse materie als alle andere levende wezens. Zonder ontijdige accidenten, doorlopen we allemaal de fasen van verwekking, geboorte, groei en ontwikkeling, voortplanting, aftakeling en sterven.  Het dierlijke in de mens wordt dagelijks aangetoond door de stofwisseling, ademhalen om zuurstof op te nemen, voedsel en drank opnemen om ons energiepeil te behouden en uitscheiden van afvalproducten. Voor het laatste zonderen we ons af, want we zijn er wat beschaamd voor, maar het blijft wel levensnoodzakelijk.

Religieus gelovigen beroepen zich op het vermogen tot abstract denken en vooral een bezieling dat de mens verheft boven dieren en planten.  Het is onbetwistbaar dat de mens op de aarde door zijn intellectuele en spirituele capaciteiten ver uitsteekt boven planten en dieren, maar het blijft niettemin een levend wezen tussen alle andere en bijgevolg onderworpen aan dezelfde wetten die de aardse natuur ons oplegt.  Weze opgemerkt trouwens, dat zonder mensen, er gewoon geen goden en religies zouden bestaan, terwijl de kosmos wel degelijk bestaat. Ik heb nog nergens iets vernomen van enig objectief bewijs van het bestaan van bovennatuurlijke fenomenen of krachten, laat staan dat de mens die nodig zou hebben om ethisch te leven.

Maar, zoals al gezegd, willen gelovigen dat er voor de mens, na dit aardse leven, iets van de gestorven persoon overblijft; dat iets wordt in het algemeen ZIEL genoemd.  Het zou iets moeten zijn zonder materie, iets zuiver geestelijk, dat onzichtbaar en ontastbaar is. Een aantal godsdiensten maken daar een beloning of straf aan vast naargelang het leven van de gestorvene al dan niet de opgelegde regels gevolgd/toegepast heeft.  Andere godsdiensten hebben het dan weer over reïncarnatie. De ziel zou overgaan in een ander lichaam, ook weer in functie van het goede of slechte leven van de aflijvige. Er zijn allicht nog andere mogelijke theorieën over het zieleleven.

De georganiseerde godsdiensten maakten en maken nog steeds misbruik van de ANGST VOOR DE DOOD van de meeste mensen, om machtsstructuren uit te bouwen die in de loop van de geschiedenis grote delen van de wereld in hun greep hielden en houden.

Ik erken volmondig dat godsdiensten ook positieve kanten vertonen.  Zo vormen ze een effectief bindmiddel om het samenleven van grote groepen mensen te realiseren.

Maar ik geloof ook in de maakbaarheid van de mens en hoop dat mettertijd meer en meer samenlevingen kunnen bestaan die zich verbinden op redelijke gronden van het mens zijn, zonder goden in te roepen.

De basisvoorwaarden voor menselijk samenleven die verweven zijn in de religieuze doctrines, kunnen ook op zichzelf bestaan zonder een vorm van leven na de aardse dood te veronderstellen en wel omdat de mens op eigen kracht een moreel leven kan leiden.

Overigens, zijn er in de “beschaafde” landen al ruim voldoende juridische wetten aanwezig om de hardleersen onder ons in toom te houden.

Wat betreft het iets overblijven van een persoon na zijn overlijden, het volgende.

In de eerste plaats kunnen de kinderen iets van hun ouders overnemen.  De uitdrukking:

“De appel valt niet ver van de boom” getuigt ervan.  Uiteraard is dat niet de hele persoon; want elke mens is uniek.

Voorts kunnen overledenen behouden blijven in herinneringen, bij familie en daarbuiten. Spijtig genoeg is niet iedereen een bekende persoon die voortleeft in de collectieve herinnering.  Zij die aan de weg getimmerd hebben, zoals bijvoorbeeld kunstenaars, architecten, uitvinders, staatslieden enz. kunnen iets tastbaars nalaten.

Maar elke mens die in zijn leven zo goed mogelijk doet wat hij kan in positieve zin, kan tevreden terugblikken op zijn leven als hij op zijn sterfbed ligt.

Wat met de behoefte aan spiritualiteit? hoor ik U vragen.

Religies allerhande trachten hieraan te voldoen met mythes en sprookjes.

Maar de vrij en zelfstandig denkende mens kan ruimschoots voldoende spiritualiteit in zijn leven vinden.  Er is immers een hele waaier aan culturele waarden beschikbaar om het geestelijk leven van de mens te verrijken.  In de eerste plaats is er de liefde, zowel in familie als voor de medemens. Voor vele mensen is de liefde het hoogste goed in het leven.  Dan zijn er de vrije kunsten, met bovenaan de muziek, die heel veel spirituele betekenis kunnen aanvoeren. Mystiekers kunnen hun hart ophalen in yoga, meditatie en dergelijke stromingen. En er zijn nog vele andere mogelijkheden.

Alles goed en wel, maar wat met de grote existentiële vragen van de mensheid?  Waar komen we vandaan? Wat is de zin van ons leven? Waar gaan we naartoe?

De oorsprong van het leven is vooralsnog niet volledig ontrafeld.  Het lijkt op onze aarde, die het enige hemellichaam is waarop totnogtoe leven is ontdekt, een natuurlijke evolutie te zijn ABIOGENESE genoemd, zijnde de overgang van niet-levende materie naar een levend organisme door complexe chemische reacties, in de heersende atmosfeer en gespreid over miljoenen jaren.  Het is vooral het extreem lange tijdperk (waarvan wij ons geen voorstelling kunnen maken) tussen dode materie en de eerste levensvormen dat ons zo moeilijk te bevatten lijkt.

Het ontelbaar aantal verschillende levensvormen van vroeger en nu zijn dan weer een sterke aanwijzing dat het inderdaad zo gegaan is.

Waar we naartoe gaan is duidelijk.  Elke vorm van aards leven en dus ook de mens, kan slechts gedurende een beperkte tijd in stand gehouden worden.  Daarna keert alle leven terug tot de materie waaruit het is opgebouwd. Dat mag hard klinken, maar het is niet anders.

Tenslotte, wat is de zin van het leven in het algemeen en van de mens in het bijzonder?

Het aardse leven is niet meer dan een natuurverschijnsel op onze blauwe planeet.  De mens mag dan al terecht een hoge dunk hebben van zijn bestaan vergeleken met de andere levende wezens op aarde, maar ten opzichte van het heelal, waarin onze planeet maar een oneindig klein stipje uitmaakt, zijn wij van geen enkele betekenis.  In geval de aarde uiteen zou spatten, met alle mensen er bij, zou het heelal er geen hinder van hebben.

Dat betekent dat de mensen die behoefte hebben aan een hogere reden voor hun bestaan, het leven zelf een zin moeten toekennen.  Dat is nu eenmaal en onverbiddelijk de plicht en de verantwoordelijkheid van elke mens, maar tevens ook een privilege; iedere mens heeft immers recht op zelfbeschikking.  Toch zien we zoveel miljoenen mensen die liever dan zelf zin aan hun leven te geven, zich schikken naar wat religies en godsdiensten hen voorschrijven. Dat is zoveel gemakkelijker…

Gesteld wordt ook dat de mens zoekt naar zekerheden, maar wat is zeker in ons leven?

Zodra men beseft en aanvaardt dat er voor de mens altijd onbeantwoorde vragen en onzekerheden zullen blijven bestaan, (o.m. omdat de mens zelf deel uitmaakt van de op te lossen problemen) kan die behoefte tot zekerheid vervallen.

Met schrijver en vrijmetselaar Jean Mourgues beaam ik dat elk van ons zijn eigen oplossing qua gewetensvragen moet bewerkstelligen.  De consequentie is natuurlijk dat er dan geen collectief antwoord bestaat op spirituele levensvragen. Elkeen heeft de plicht en het voorrecht zelf zijn eigen weg te zoeken op filosofisch gebied.

Gelet op al wat voorafgaat geloof ik dan ook dat elke mens begaafd met rede en verstand in staat moet geacht worden om een moreel hoogstaand leven te leven met zijn eigen sterke en zwakke kenmerken, zonder beroep te moeten doen op enige vorm van religie.

Ik sluit mij aan bij de uitspraak van de schrijver Henry Miller:

THE GOAL OF LIFE IS THE LIVING OF IT!

 

En: Leve het atheïsme!

 

Willy Raats

Kennismaken?

Klik op de knop voor meer inlichtingen of een kennismaking!