Anthony Godfroid

Advocaat Anthony Godfroid weigert zich neer te leggen bij de betreurenswaardige realiteit dat religie kan blijven dienen als excuus om (dierenwelzijns)misdrijven te plegen. ‘De Raad van State heeft de dieren ernstig in de steek gelaten.’

29 juni 2016: de zomervakantie blaast in de nek, het EK gaat een spannende eindfase in én de afdeling Wetgeving van de Raad van State publiceert een advies over het voorstel van decreet van Vlaamse parlementsleden om te voorzien in de wettelijke verplichting, weliswaar beperkt tot het Vlaams Gewest, om slachtdieren vooraf te verdoven.

De huidige Dierenwelzijnswet van 14 augustus 1986 schrijft voor dat dieren die moeten geslacht worden eerst moeten worden verdoofd. De wet poneert dat principe heel duidelijk: “Het slachten mag slechts na bedwelming van het dier of, in geval van heirkracht, volgens de minst pijnlijke methode.” Wie dit artikel niet naleeft riskeert celstraffen tot 6 maanden, 1 jaar bij recidive.

Echter, sinds 1995, en dit onder een rood-roomse regering, voorziet artikel 16, zin 2 in een zogenaamd religie-excuus dat maakt dat het volstaat om te beweren aanhanger te zijn van een religie die onverdoofd slachten niet toelaat om strafrechtelijke immuniteit te krijgen.

Onverdoofd slachten gaat dus niet alleen over het toebrengen van vermijdbaar en totaal overbodig dierenleed, het gaat er ook over dat de ene (ongelovige of christelijke) burger wél strafsancties riskeert wanneer hij of zij een dier onverdoofd slacht en de andere niet.

Vlaams Parlementslid Hermes Sanctorum wilde, ter bevordering van het dierenwelzijn, een einde maken aan het verdere bestaan van het religie-excuus in de Dierenwelzijnswet en diende daarvoor een voorstel van decreet in. Ook de volledige Vlaams Belang-fractie diende een voorstel in.

Zoals bekend liet de Raad van State, daarbij bijgestaan door assessor en professor Jan Velaers – huisconstitutionalist van de CD&V en getrouwd met barones Marie-Claire Foblets die in het kader van de interculturele dialoog onder minister Joëlle Milquet(CDH) geopperd heeft om de lijst van Belgische feestdagen te hervormen wegens te etnocentrisch en te christelijk geïnspireerd – zijn licht schijnen over het voorstel van Hermes Sanctorum en anderen.

Nadat ik het advies had gelezen, had ik mij verwacht aan internettitels zoals we die tegenwoordig wel vaker zien: “de Raad van State wordt gevraagd om advies te geven over het inroepen van religie als excuus om misdrijven te plegen. Wat de Raad van State heeft gedaan had u nooit durven verwachten!”.

Seks met dieren

De kern van het advies zijn twee enkele zinnen. Ten eerste: “De beoordeling van de beperking van een grondrecht in het licht van het dierenwelzijn is niet hetzelfde als de beoordeling van een grondrecht door een ander grondrecht.” In mensentaal: wanneer de bescherming van het dierenwelzijn wordt ingeroepen om een (mensen)grondrecht in te perken of te beperken dan komt men van een kale reis terug. Deze expansionistische uitlegging van de vrijheid van religie betekent dat religie altijd en overal kan worden ingeroepen om inbreuken op het dierenwelzijn goed te praten en onbestraft te laten. Daar hoeft men zelfs niet ver voor te zoeken: het wettelijk verbod op seks met dieren (artikel 35, 9° van de Dierenwelzijnswet van 14 augustus 1986). Wie zegt een geloof aan te hangen dat het toelaat of aanmoedigt seks met dieren te hebben moet dat kunnen, aangezien het welzijn van de – nochtans door de Dierenwelzijnswet beschermde – dieren in elk geval ondergeschikt is aan het grondrecht van vrijheid van religie waar enkel mensen over beschikken.

Ten tweede en daar slaat het advies de bal danig mis: “De voorgestelde maatregelen [lees: religie kan in Vlaanderen niet meer als excuus gelden om dieren onverdoofd te slachten] maken het immers voor een aantal gelovigen onevenredig moeilijk om vlees aan te schaffen en te consumeren dat door hen in overeenstemming met hun religieuze voorschriften wordt geacht.”

Deze zin is cruciaal want met name hierop is het “afschieten” door de Raad van State gebaseerd. Welnu, het voorstel om onverdoofd slachten te verbieden had enkel betrekking op het Vlaams grondgebied. Gelovigen (lees: moslims en joden) zouden, ook na inwerkingtreding van het aangenomen decreet, geen enkel probleem ondervinden om hetzij nog uit de andere regio’s van België aan “hun” vlees te komen, hetzij uit andere EU-lidstaten. Dit zou ten andere zelfs niet tot prijsstijgingen leiden, te meer gezien halal-schapenvlees reeds op dit moment uit Nieuw-Zeeland wordt geïmporteerd alwaar wél wordt overgegaan tot verdoving alvorens de schapen te doden.

Raad van tante Kaat

Waar het advies in mijn ogen doelbewust op zoek is gegaan naar het kelderen van de wetgevende initiatieven van Hermes Sanctorum en de volledige Vlaams-Belang-fractie, vrees ik dat het advies op minstens één punt wel totaal uit de bocht is gevlogen. De Raad van State, afdeling Wetgeving, is een adviesorgaan dat zich buigt over voorstellen van nieuwe wetgeving. Het is geen denktank, noch een praatgroep die beschikt over de democratische legitimiteit om aan volksvertegenwoordigers uit te leggen wat er wél kan en moet gebeuren wanneer een ingediend voorstel te licht, slecht of te vernieuwend wordt bevonden. Dat de Raad van State via een kronkel het eigen radicale advies dan toch lijkt te willen verzachten door te suggereren dat de invoering van de wettelijke plicht op het aanbrengen van verdoving een keelsnede wel in overeenstemming zou zijn met de vrijheid van religie, komt mij als misplaatst over. Het is niet de taak van de Raad van State om op de stoel van de volksvertegenwoordigers te gaan zitten. Zelfs goedbedoelde raad van tante Kaat mag achterwege gelaten, zeker wanneer die raad letterlijk overeenkomt met de politieke positie van de CD&V die denkt het dierenleed te kunnen wegtoveren met het aanbrengen van verdoving nadat het dier onverdoofd de keel is overgesneden. Ik voel de neiging om de vergelijking te maken met het aanbrengen van voorbehoedsmiddelen na ejaculatie, doch ik had me voorgenomen deze tekst netjes te houden.

Optimisme blijft gelukkig geboden. Zolang er volksvertegenwoordigers bestaan die hun nek – nomen est omen – willen uitsteken en zolang er goed georganiseerde dierenwelzijnsverenigingen zoals GAIA bestaan die het opnemen voor de speechlessblijft er hoop. In tussentijd zal u het mij wel vergeven dat ik – mijn extremistische zelve zijnde – weiger om mij neer te leggen bij de betreurenswaardige realiteit dat religie kan blijven dienen als excuus om (dierenwelzijns)misdrijven te plegen.

Het is mijn vaste overtuiging dat dit politieke advies van de Raad van State een historische vergissing is. Gelukkig beschik ik als mens over het recht om dat te zeggen. Wat dieren van het advies vinden zullen we nooit weten, net om de reden dat zij niet voor zichzelf kunnen opkomen en per definitie mensen nodig hebben om dat voor hen te doen. De Raad van State heeft de dieren ernstig in de steek gelaten.

Bron : Knack 2.7.2016 ‘Opinie’

Kennismaken?

Klik op de knop voor meer inlichtingen of een kennismaking!