Nele Strynckx is leerkracht gedragswetenschappen, cultuurwetenschappen en onderzoekscompetenties in het GO! atheneum Ieper.
27-08-2021,

In het christelijk opinieweekblad Tertio (25/08/21) verscheen een opmerkelijk artikel over een onderzoek van de faculteit Theologie en Religiewetenschappen van de KU Leuven. Wanneer je een onderzoek in handen krijgt, is het altijd nuttig om eerst even na te gaan wie het uitvoerde en met welke bedoeling. Dit onderzoek ging uit van een katholieke universiteit, binnen de lerarenopleiding godsdienst, bij jongeren in het katholiek hoger onderwijs met het oog op het actualiseren van het leerplan katholieke godsdienst. Het is ook een christelijk opinieweekblad dat in primeur de resultaten mocht brengen. Excuseer me dat ik daarbij enige bias durf vermoeden. Ik denk dat er twee grote pijnpunten zijn bij de studie waarover Tertio verslag doet: methodologisch en inhoudelijk.

Het niet-altijd-zo-wetenschappelijke onderzoek

Ik bespreek even de methodologie, de manier waarop het onderzoek is gevoerd. Dat is belangrijk omdat het de waarde van de resultaten bepaalt. Wanneer kranten of tijdschriften een onderzoek citeren, besteedt men daar zelden aandacht aan. Mensen onthouden dat het een universitair onderzoek was en ze zagen wat grafieken, dus het zal wel kloppen. Het artikel verwijst naar de site van de KU Leuven voor meer informatie, maar die vertelt weinig meer dan wat in Tertio staat. Men maakt melding van statistische analyses, maar die zijn niet te raadplegen, al zijn die noodzakelijk om te kijken of de verschillen die men vindt tussen groepen ook betekenisvol (significant) zijn.
Er namen 1002 jongeren deel aan het onderzoek, waarvan slechts 22 moslims. Toch worden over de laatste groep generaliserende uitspraken gedaan: ze scoren beduidend hoger op letterlijk geloof, zijn de enigen waarbij relativisme niet de hoogste score is en door het volgen van het vak ‘katholieke godsdienst’ zouden ze meer respect hebben voor andere levensbeschouwingen.
Het onderzoek zegt heel duidelijk dat het de eerste keer is dat jongeren tussen de 18 en 25 jaar ondervraagd werden om dan zeer stellig te beweren dat ‘normatief (radicaal) atheïsme’ hoe langer hoe meer wordt afgewezen door jongvolwassenen. Met welke resultaten van deze leeftijdsgroep vergelijken ze dan?
Op verschillende grafieken staan scores op een puntenschaal van 1 tot 7, zonder te vermelden waar deze getallen voor staan, om dan te besluiten dat jongvolwassenen met een score van 5,7 pieken op ‘relativisme’ (iedereen maakt zijn eigen waarheid) ten opzichte van de andere groepen, waarvan de laagste score 4,8 is. De score op ‘externe kritiek’ (omschreven als: letterlijk ongeloof) stort ineen, volgens de auteurs: 2,9 tegenover 3,7 (hoogste score). Zelfs als we wisten waar bijvoorbeeld een score van 5 voor stond, dan nog is het bij puntenschalen praktisch onmogelijk vast te stellen of het verschil tussen 1 en 2 even groot is als het verschil tussen 5 en 6, dus spreken van pieken of ineenstorten als het verschil minder dan 1 bedraagt, lijkt op zijn minst overdreven en totaal nietszeggend zonder informatie over waar die getallen voor staan.
Het meetinstrument dat men gebruikte, was de vernieuwde Post-Kritische Geloofsschaal (PKG), maar toch vergeleek men de resultaten met groepen die de oude PKG invulden. Een van de basisregels in wetenschappelijk onderzoek is net het gebruik van identieke meetinstrumenten om resultaten te vergelijken. Als je van twee personen het IQ wil vergelijken, geef je ze exact dezelfde test, anders kan je geen geldige uitspraken doen.

Verkettering van de atheïst

Ook op inhoudelijk vlak, kunnen we veel bedenkingen maken. Als ik even semantisch lastig doe, is iedereen een atheïst. Iedereen ontkent het bestaan van een heel aantal goden. Een katholiek is een atheïst wat Zeus betreft, een jood ontkent het bestaan van Ra enzovoort. Maar goed, een atheïst ontkent ook het bestaan van die ene (?) overgebleven god. Dat is volgens de auteur niet zo erg, zolang ze in de categorie van ‘goede buur’ vallen. Ja, uit dit ene onderzoekje kon men zowaar een totaal nieuwe typologie construeren! Elk type kreeg een ‘ludieke’ naam (dixit Tertio).
De ‘goede buur’ gelooft dus zelf niet in god, maar heeft er niets op tegen dat anderen wel geloven. Wél problematisch zijn de ‘programmeurs’, de ‘normatieve atheïsten’ die vinden dat de enige waarheid is dat god niet bestaat. In het artikel worden ze verder nog omschreven als strijdende, missionaire, dogmatische en fundamentalistische atheïsten die ook in de media het sterkst present zijn. De bron naar deze laatste bewering staat er niet bij. Zou het kunnen dat deze niet bestaat? Misschien is het uit gewoonte dat men voor waar aanneemt wat niet bewezen is?

Maar strijdende atheïsten? Hoe moeten we ons dat voorstellen? Iemand die de wapens opneemt om in naam van … alleszins al niet in naam van een opperwezen … Oké, dus strijdend in niemands naam om anderen te bekeren tot, euhm … ‘geen geloof’, dat als enige dogma heeft dat er geen dogma’s zijn?
Misschien moeten we dat ‘strijdende’ toch niet letterlijk nemen, maar eerder symbolisch? Het is bij bepaalde gelovigen soms moeilijk uit te maken wat ze nu precies wél en niet letterlijk bedoelen.

En missionair? Sturen atheïsten zendelingen uit? Richten ze in ontwikkelingslanden scholen en ziekenhuizen op waar mensen toegang toe krijgen als ze atheïst worden?

Het fundamentalisme ligt volgens het artikel in het feit dat normatieve atheïsten het gebruik van religieuze symbolen uit de publieke ruimte willen weren. Voor sommigen lijkt dit intolerant, maar het kan ook als effect hebben dat élke overtuiging zich comfortabel voelt in die publieke ruimte.
Een ander kenmerk van wat de studie fundamentalisme noemt, is dat men godsdienst ziet als een verkeerd of verouderd antwoord op levensvragen en dat men enkel wil uitgaan van een wetenschappelijke benadering. Dit laat geen plaats voor ‘relativisme’ waar iedereen zijn eigen waarheid heeft. Dat klinkt misschien zinvol, maar we kunnen ook hierbij vraagtekens plaatsen.

Hoe tolerant relativisme ook klinkt, het is geen goed idee om aan elke verklaring evenveel waarde toe te kennen. Het creationistische idee over het ontstaan van soorten is niet evenwaardig aan de verklaring die de evolutietheorie biedt. Dat een ziel of bewustzijn kan blijven bestaan zonder materie die het produceert, is op zijn minst extreem onwaarschijnlijk. Je baseren op de wetenschappelijke benadering is volgens mij net de minst fundamentalistische houding omdat je bereid bent je standpunt aan te passen als nieuw bewijs daar aanleiding toe geeft.

Hoe dan ook, het is duidelijk dat de overtuigde ongelovige op niet veel sympathie moet rekenen. Wat dan met de overtuigde gelovige? Zelfde stelligheid, maar aan de andere kant van het spectrum. Die krijgt als beschrijving ‘de muzikant’, de actieve, hartelijke deelnemer. Hij beleeft zijn overtuiging
bewust en is geëngageerd. Klinkt positief, maar je kan de omschrijvingen ook zien als eufemismen voor de termen die hij eerder voor de atheïst gebruikte.

Het is duidelijk dat de resultaten van het onderzoek de auteurs zorgen baren: op katholieke scholen zitten dubbel zoveel rabiate atheïsten als overtuigde katholieken, een groot deel noemt zich alleen cultureel gezien christelijk en nog meer leerlingen denken wel dat er ‘iets’ is, maar zeker niet god. Er is weinig raakvlak met het doelpubliek en dit terwijl het leerplan rooms-katholieke godsdienst in 2019 is aangepast om weer meer nadruk te leggen op religieuze geletterdheid. De kloof dreigt nog groter te worden. Twee jaar later spreekt het onderzoek van de KUL over een actualisatie van dat leerplan en er is alom sprake van de dialoogschool: men zal het gesprek aangaan met anders- en niet-gelovigen, diversiteit wordt erkend, maar niet ‘opgehemeld’ en ‘de dialoog zal steeds tegen het licht van de evangelische waarheid worden gehouden’, iedereen is welkom, maar ‘er zal niet worden toegegeven op fundamentele overtuigingen over mens en wereld’, het vak rooms-katholieke godsdienst ‘wil bijdragen aan de geloofsgroei van kinderen en jongeren’.
Klinkt dit niet eerder als dogmatisch en missionair?

KWINTESSENS

Nele Strynckx is leerkracht gedragswetenschappen, cultuurwetenschappen en onderzoekscompetenties in het GO! atheneum Ieper.

https://www.standaard.be/cnt/dmf20210824_97656869 : ‘Atheïstische jongeren zijn vandaag radicaler dan gelovigen’

(Tekst oorspronkelijk gepubliceerd op de blog van Kwintessens, www.humanistischverbond.be. Overgenomen met toestemming van de auteur.)

Nele Strynckx, 27-08-2021.

Kennismaken?

Klik op de knop voor meer inlichtingen of een kennismaking!